Welke soort intrestvoet is de beste keuze in 2024?
Een vaste of variabele rentevoet? We bereiken een mijlpaal in het landschap van de rentetarieven. Aan de ene kant is er een vast tarief, wat betekent dat het bedrag dat je op je leningen betaalt hetzelfde blijft en je eindsaldo gekend is. De andere optie is een variabel rentetarief, hierbij kan het bedrag dat je terugbetaalt wisselen tot een vastgelegde bovengrens. Maar wat moet je nu kiezen?
Om te weten welk type lening bij jou past, is het een goed idee om de voor- en nadelen van een lening met vaste of variabele rentevoet te analyseren. 2024 is een jaar waarin we geconfronteerd gaan worden met een recessie en rentestijgingen waardoor het heel belangrijk is om goed geïnformeerd te zijn.
De rentevoet waar je voor kiest, neem je nog jaren in de toekomst met je mee. Neem de tijd om in te schatten hoe je financiën er dan uit zullen zien. Zo kun je nu al uitzoeken welk type lening voor jou het meest zinvol is.
Een krediet met een vaste rentevoet
Bij deze formule ligt de rentevoet voor je lening voor de gehele looptijd vast. Je weet meteen alle bedragen die je gaat betalen tot en met de eindvervaldag. Deze optie kies je best als de rentevoeten laag staan. Je hebt dan de zekerheid dat je voor de gehele looptijd een lage rente betaalt.
Een krediet met een variabele rentevoet
Bij de keuze van een variabele rentevoet, wordt een basisrentevoet bij de ondertekening van de kredietovereenkomst vastgelegd. Deze basisrentevoet kan aangepast worden in functie van de evolutie van de referte-index. Die index is gebaseerd op de schommelingen van de intrestvoeten op de markt.
De rente kan verschillende malen worden aangepast tijdens de looptijd van het contract. Dit kan elk jaar, om de drie jaar, om de vijf jaar … Alles hangt af van de formule die je hebt gekozen. Als je voor een variabele rentevoet kiest, moet je ermee rekening houden dat de rente kan stijgen waardoor je maandelijks meer moet gaan terugbetalen. Het voordeel is dan weer dat je bij aanvang een rentevoet hebt die lager is dan een vaste rentevoet. Een variabele rentevoet kun je steeds herkennen aan volgende structuur:
A / B / +C / -D
A staat voor de periode, uitgedrukt in jaren, die in eerste instantie vastligt. M.a.w. in deze periode zal en mag je rentevoet niet veranderen. De minimale duurtijd hiervan is 1 jaar. Maximaal komen we zelfs periodes van 20 jaar tegen.
B geeft de periode aan wanneer je de rentevoet kan laten herzien. Staat hier het cijfer 1, dan zal er aan je lening elk jaar een nieuwe rentevoet worden toegekend. Staat er een cijfer 5, dan zal er aan je lening elke 5 jaar een nieuwe rentevoet worden toegekend.
C geeft de maximale stijging weer van je rentevoet. Staat er +4, dan zal je basisrentevoet met maximaal 4% op jaarbasis kunnen stijgen. Echter geniet je wel van een wettelijke bescherming hierop. De maximale intrestvoet van je lening mag nooit meer dan het dubbele zijn van je basisrentevoet.
Het tarief van een variabele formule kan maximaal verdubbelen. Start je met een rentevoet van 2%, dan kan dat maximaal 4% worden.
D geeft de maximale daling weer van je rentevoet. Staat er -∞, dan betekent dit theoretisch dat je rentevoet onbeperkt kan dalen. Theoretisch zou de rente dus onder nul kunnen dalen en negatief zijn. Op dat moment zou de bank aan jou intresten moeten betalen in plaats van omgekeerd. We hebben dit een aantal jaren geleden kortstondig gekend, echter de wetgever is hier tegenin gegaan. Sindsdien kan de rente nooit lager worden dan 0.
C en D worden vaak door kredietgevers aangehaald onder de term “CAP”. Dit is de bescherming of beveiliging op de rentevoet van je hypotheeklening.
| Vaste rentevoet | Variabele rentevoet | |
| VOORDELEN | Als de rente laag staat, kan een vaste rentevoet een goed idee zijn. Een stijging van de rentevoeten heeft geen gevolgen voor je hypothecair krediet. | Aan het begin van je afbetaling kan een krediet met een variabele rentevoet voordeliger zijn dan een vaste rentevoet omdat het tarief doorgaans lager ligt. Bovendien profiteer je mee als de marktrente daalt. Precies daarom wordt er vaak voor deze formule gekozen wanneer de rente hoog staat, in de hoop dat ze tijdens de looptijd van de lening daalt. De wet bepaalt dat de rentevoet zowel moet kunnen stijgen als dalen. Maar de rentevoet mag maximaal verdubbelen. Zo kan een rentevoet van 2 % maximaal stijgen tot 4 %. Anderzijds is een daling tot 0 % mogelijk.Sommige ondernemingen bieden een variabele rentevoet met een “cap”. Dit is een grens waarbij de maximaal toegelaten afwijking wordt vastgelegd. Zo betekent een cap + 2 dat een rentevoet van 4 % maximaal tot 6 % kan stijgen als de intresten in de lift zitten. |
| NADELEN | Kies je voor een vaste rentevoet terwijl de rente hoog is, dan hang je aan die hoge rentevoet vast zolang de lening loopt, zelfs als de rente op de markt daalt. Je kan dat wel opvangen door de lening vervroegd terug te betalen met een nieuw krediet tegen een lagere rente (= een herfinanciering). Zo eenvoudig is dat echter niet altijd. | Stijgen de intrestvoeten op de markt, dan heeft dat gevolgen op het je krediet op het moment van de herziening van de intrestvoeten. Je moet in dat geval elke maand een hoger bedrag terugbetalen. De wet bouwt hier wel een aantal grenzen in. |
*bron: wikifin
